Kaart spelers van de Royal Engineers (1945)

Over dit item

Go-Ahead kwam de oorlog niet ongeschonden door. Vanaf september 1941 mochten sportverenigingen vanwege papierschaarste geen cluborganen en andere periodieken meer uitbrengen, zodat de Go-Ahead Revue niet meer kon verschijnen. Ook de accommodatie ontkwam niet aan de gevolgen van de oorlog. Reclameschuttingen rond het veld en planken van tribunes werden gesloopt en meegenomen. Gelukkig wist de club de bekers en medailles alsmede het prestigieuze vaandel wel te redden.

Bombardementen en granaten richtten vooral aan het eind van de oorlog – tot aan de laatste dagen voor de bevrijding – nog eens extra schade aan veld en tribune aan. Toen burgers in het laatste oorlogsjaar door gebrek aan brandstof alles wat brandbaar was begonnen te verzamelen, slaagde Go-Ahead er wel in de nog aanwezige houten banken in veiligheid te brengen.

Veel erger was uiteraard het persoonlijk leed. Go-Ahead verloor in de oorlog vijftien leden, onder wie prominente (oud-)spelers en bestuursleden als Han Hollander, Simon Frankfort, Moos Polak en Gerrit Goldenbeld. Een aantal van hen werd rechtstreeks slachtoffer van de jodenvervolging en stierf in een concentratiekamp.

De oorlog had ook zijn weerslag op het voetbal zelf. Waar in de eerste jaren van de oorlog nog gewoon werd doorgevoetbald, vond er in Nederland in het seizoen 1944-1945, vooral vanwege de Hongerwinter, geen competitievoetbal meer plaats. Het Go-Ahead-terrein kreeg zelfs een alternatieve bestemming. In een van de kleedkamers onder de tribune werd een wijkpost ondergebracht van de Luchtbeschermingsdienst (LBD), een organisatie die tot taak had de bevolking hulp te bieden in geval van luchtaanvallen en andere calamiteiten. Na de bevrijding werden de kleedkamers zelfs tijdelijk gebruikt als woonruimte voor burgers die als gevolg van bombardementen dakloos waren geworden.

Op 6 mei (de dag na de officiële Duitse capitulatie, Deventer zelf was op 10 april bevrijd) werd er voor het eerst weer op het Go-Ahead-terrein gevoetbald. Die middag was er eerst een ‘voorwedstrijd’ tussen een team van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) en de politie, daarna volgde een duel tussen een Deventer elftal en een team van de Britse luchtmacht (de Royal Air Force, RAF). Ongeveer 10.000 mensen woonden het evenement bij. Voor aanvang werden zowel het Nederlandse als het Engelse volkslied ten gehore gebracht, en alle spelers kregen een Deventer koek. De opbrengst van de middag was bestemd voor liefdadigheid. De uitslag van de wedstrijd is overigens niet bekend.

De eerste wedstrijd van Go-Ahead zelf na de bevrijding was op 10 mei (Hemelvaartsdag) tegen een elftal van de Royal Engineers, een van de korpsen van het Britse leger. De roodgelen had de oorlog conditioneel kennelijk goed doorstaan, want de wedstrijd begon naar verluidt in een flink tempo. De engineers bleken dit niet lang vol te kunnen houden, maar kwamen toch op voorsprong. Kees Kerkdijk en de broers Jan en Abse Kolkman brachten Go-Ahead echter voor rust op 3-1. Na rust verdubbelden de gebroeders Kolkman (Abse tweemaal en Jan één keer) voor Go-Ahead de score. De Britten benutten tussendoor nog een strafschop, waardoor er een eindstand van 6-2 genoteerd kon worden.

Ook vond er na de bevrijding op het Go-Ahead-veld een taptoe plaats. Volgens de organisatie Welcome Again Veterans, die ook tegenwoordig nog Canadese veteranen naar Nederland uitnodigt, zou dit in augustus 1945 zijn geweest. De precieze datum is echter niet bekend.

Tags

Email

Gedetailleerde informatie

Jaar

1945